Tagarchief: Normandië

En toen was er eentje minder…

Over de bevrijding van Antwerpen en een fout cadeau 

Op 13 juni 1944 komt de Britse 11th Armoured Division in Normandië aan, en stoot snel door naar Antwerpen. Op  4 september ’s morgens, na ‘toast and tea’, trekt het 3rd Royal Tank Regiment snel via Boom naar Antwerpen; tenminste, dat is het plan. Onderweg in Boom loopt het wat mis, maar dankzij de hulp van verzetsmensen rollen de Sherman-tanks over de oude ‘Weduwe van Enschodt’-brug, en kan de tocht worden verder gezet, maar niet zonder strijd. Luitenant-Kolonel Silvertop en zijn B-eskadron komen die middag aan in de Jan van Rijswijcklaan. De daar later als monument opgestelde tank – een ander type – herinnert daar aan. In de binnenstad wordt nu zowel de ‘Oorlog van het Stadspark’ uitgevochten als uitzinnig feest gevierd.

Bezoek van Veldmaarschalk Montgomery aan Antwerpen.

Daarmee eindigt de geschiedenis niet, noch de problemen. Er volgt een lange periode waarin Antwerpen geterroriseerd wordt door de V1-drones en V2-raketten. Er vallen er meer op deze stad dan op Londen. Op 16 december was mijn moeder van plan om, net als alle weken, naar de ‘matinée’- film in Cinema Rex (nu UGC) op de Keyserlei te gaan met een vriendin. Die dag voelde de vriendin zich wat minnetjes, en bleef moeder ook maar thuis. De Buffalo Bill-film zouden ze wel kunnen missen. Een V2 had echter niets met missen te maken, en vernietigde de ‘bomvolle’ filmzaal. Het gevolg was dan vijfhonderd doden en honderden gewonden. Als het anders was gelopen, had iemand anders deze blog geschreven. Maar in die tijd kende elke familie wel zo’n verhaal.

Na een mislukt interludium in Arnhem richt Veldmaarschalk Montgomery (Monty) zijn aandacht op de bevrijding van de Scheldemonding. De haven mocht dan wel niet te zwaar beschadigd zijn, bruikbaar was ze niet zonder veilige doorvaart naar zee.

Na zijn zelfverbanning naar London – hij stond bovenaan de Nazi-dodenlijst – keert burgemeester Camille Huysmans, een zeer herkenbare populaire figuur, terug naar ’t Schoon Verdiep.

In juni 1945, na de Duitse capitulatie, bezoekt Monty de stad. Het schepencollege besluit hem tot ereburger uit te roepen en hem ‘een krijgsheer passend’ geschenk te geven. De bodem van de stadskas is echter zichtbaar. Wat nu?

 

En toen kwam het licht uit de kelder

In de diepe kelders van het Vleeshuis staan een reeks kisten met een buitengewone en grote, goed verpakte collectie Indonesische wapens. De stad had die in 1922 in bruikleen gekregen van Hans Christoffel, een gewezen, gevreesd en gelauwerd militair van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger.

De gouden dagge, het geschenk van het Antwerps stadsbestuur aan Veldmaarschalk Montgomery.

‘Camiel’ stuurt de stadssecretaris naar Christoffel om eens met hem ‘te klappen’. Deze is na wat gepieker – en onder druk van zijn vrouw, de dochter van Jan van Rijswijck – bereid een wapen uit de collectie af te staan om als geschenk te dienen. Zijn enige voorwaarde is echter, dat het geen ‘Kris’ mag zijn. De groep krissen – nu te zien in de Focusruimte van de 4e verdieping van het MAS – heeft voor hem een speciale betekenis, en is ook van grote historische en materiële waarde. Denk goud en diamanten.

De stadssecretaris ijlt naar het Vleeshuis, laat de eerste de beste kist openmaken en haalt er een ‘schoon blinkende’ dolk uit, en keert fier naar het Stadhuis terug. Operatie geslaagd.

Voor het bezoek van Montgomery op 7 juni wordt een podium en spreekgestoelte opgericht op de Grote Markt. Monty krijgt het ereburgerschap met een mooie oorkonde en de dolk overhandigd. Bij de overhandiging van de ‘gouden dagge’ houdt de burgemeester een emotionele toespraak: ‘…een wapen dat onze zeevaarders meebrachten uit Indië, het land der Maharadja’s waar de Britsche vlagge wappert…’ Aan het feit dat noch onze koene zeevaarders, noch British India er wat mee te maken hadden, werd voorbijgegaan.

 

Het verkeerde keelgat

Hans Christoffel hield erg aan zijn dagelijkse drie of vier kranten, en ziet tot zijn verbazing en woede dat de Stad tóch een kris had weggeschonken, en niet bepaald de minste: de schede is gedreven goud. Er volgt een lange, zure briefwisseling en herhaalde bezoeken van de stadssecretaris. Slechts de invloed van Christoffels echtgenote zorgt er voor dat hij de hele collectie toch niet aan het buitenland verkoopt. Na veel getouwtrek wordt er een schadevergoeding uitbetaald. Het incident leidt er uiteindelijk toe dat de Stad de collectie in 1958 aankoopt. Zo komt er nog wat goeds uit het foute cadeau.

 

Op visite

In de dossiers van het MAS zit heel die briefwisseling in een vaag oranje map. Christoffels brieven waren wat ‘stijfjes’, en ik bleef op mijn honger zitten om te weten wie hij toén echt was. Hopelijk niet meer de kolonialistische brandschatter van 1907…

Hans Christoffel in 1958

Na gepuzzel in de dossiers vond ik een in de marge gekribbelde naam. Het telefoonregister gaf een klein rijtje identieke namen, en ik begon die op te bellen. Na een paar antwoorden die niet passen in deze blog bevestigde toch een dame dat ze een aangetrouwd familielid was van Hans Christoffel, ze had hem na de oorlog als jonge vrouw gekend. Ik werd vriendelijk uitgenodigd en ging op pad naar een flatgebouw met uitzicht op de eerder gemelde tank. Om indruk te maken, had ik een recorder en een laptop bij.

De dame ontving me vriendelijk met gebak en een fles rode wijn, de laptop bleef waar hij was, in de tas. Mijn gastvrouw had een foutloos geheugen waar ik jaloers op was, en een talent voor vertellen. Hoe Christoffel veranderd was na de bloedbaden aangericht in Sumatra. Na zijn militaire carrière zwierf hij met zijn vrouw door Indonesië, soms samen met haar de rivieren afvarend met een kano. Zij bezochten India en Sri Lanka, en Christoffel kreeg erg grote bewondering voor Mahatma Gandhi, boegbeeld van de geweldloze strijd. Zijn ideeën hadden een lange weg afgelegd.

Na de moord op Gandhi was hij een week ziek. Maar gewoonlijk was hij érg fit, ondanks zijn tachtig-plus. In het Vleeshuis is zo’n eindeloos en steil wenteltrapje, en bij een bezoek kon de veel jongere conservator hem niet bijhouden. Dat had volgens mij te maken met de dagelijkse marsen om bij de juiste winkel – desnoods aan de andere kant van ’t Stad – het juiste fruit en de perfecte groenten te kopen. En zijn serie gazetten natuurlijk. Er waren nog verhalen, maar de rode wijn begon zijn tol te eisen.

 

Mannen en hun plannen

De kris die op reis ging maakte deel uit van een collectie, buitgemaakt op de opstandige Radja van Gowah in Sulawesi. We hebben er niet eens een goede foto van. Het is ook het enige ontbrekende stuk in een volledige collectie van wapens, gebruiksvoorwerpen, juwelen en textiel.

Hans Christoffel was een gedreven en legendarische spoorzoeker, die altijd zijn doel bereikte. We hopen dat we met evenveel succes op zoek kunnen gaan naar wat er verder gebeurde met die éne kris die op reis ging.

 

Willy Durinx is vrijwilliger en gastcurator van de collectie Christoffel.

Getagged , , , , , , , , , , , ,